VCA is niet altijd het antwoord
“Veiligheid wordt vaak in één adem genoemd met VCA. Maar voor deze jongeren is VCA niet altijd het antwoord. SWB sluit veel beter aan bij onze doelgroep.”
Aan het woord is Arie Derks, stagecoördinator op de afdeling praktijkonderwijs van het Fioretti College in Veghel. Hij begon zijn werkzame leven als hovenier. “Ik begeleidde destijds vaak stagiaires. Veiligheid was toen al voor mij een belangrijk item. Op het moment dat je bijvoorbeeld met een kettingzaag gaat werken. Het kan zo snel fout gaan…”
Veilig werken in curriculum
Op het praktijkonderwijs van het Fioretti College is veilig leren werken geen ondergeschoven kindje in het onderwijsprogramma. Het onderwerp heeft een volwaardige plek in het curriculum van de afdeling die ca. 270 leerlingen telt. In het derde leerjaar volgen de leerlingen lessen in veiligheid met de methode van SWB. Een half jaar lang, één uur in de week. Arie: “Het derde leerjaar is stagevoorbereiding. Na de lessen veilig werken gaan de leerlingen op voor het examen SWB. Dit wordt online afgenomen. “Waar het omgaat is dat leerlingen zich meer bewust worden van veilig werken. SWB is heel visueel en werkt veel met filmpjes. Ook is het heel direct en concreet. Al onze leerlingen hebben moeite met taal. Lezen is voor hen best wel een uitdaging. Met zien én horen prikkel je veel meer zintuigen en bereik je meer leerrendement.”
Keuze voor SWB
Uit overtuiging koos ‘zijn’ school een aantal jaren geleden voor SWB. “We zagen dat VCA en praktijkonderwijs niet altijd een passende match vormden hier. Het is voor veel leerlingen erg zwaar. Taalkundig is VCA erg ingewikkeld als je kijkt naar de stof en het examen. Dat sluit niet goed aan bij onze leerlingen. Verder is VCA oorspronkelijk voor de (petro)chemische industrie bedoeld. Er worden situaties en risico’s beschreven waar onze leerlingen totaal geen feeling mee hebben en waar ze zich geen voorstelling van kunnen maken.”
Proef op de som
Arie vat het manco van VCA samen: “Het sluit onvoldoende aan bij het niveau van deze leerlingen en de stof is lang niet altijd relevant. Dan bouw je ook geen veiligheidsbewustzijn op.” Zelf kroop Arie om de proef op de som te nemen ooit in de huid van een stratenmaker en maakte hij het VCA-examen. “Je merkt dan dat veel vragen gaan om besloten ruimten en over gassen. Een stratenmaker heeft daar totaal niets mee van doen. Het enige doel van het examen is het halen van het vinkje zodat je aan de slag kunt. Dat kan nooit de bedoeling zijn.”
Arie vervolgt: “Daarom breek ik graag een lans voor SWB. Het systeem werkt goed. Veel van onze leerlingen stromen uit naar de logistiek, naar de schoonmaak en de horeca. Daar kunnen ze met SWB goed uit de voeten. We weten dat leerlingen die naar de bouw uitstromen een VCA-certificaat moeten hebben omdat bedrijven dat verplicht stellen. Daar passen we hier een mouw aan. Specifiek voor leerlingen die na het praktijkonderwijs gaan werken in de bouw organiseren we hier een VCA-cursus. Maar voor het gros van onze leerlingen is VCA geen ‘must’. Ze kunnen dan heel goed uit de voeten met SWB. Tevreden merkt Arie op dat op zijn school “SWB goed is ingeburgerd”. “Je merkt hier ook dat het SWB-certificaat status en trots geeft bij de leerling als ie het heeft gehaald. Het is een landelijk certificaat en voor de leerling is dat een succeservaring.”
Laaggeletterdheid
De vurige wens van Arie is dat in de toekomst veilig werken en VCA niet langer meer beschouwd worden als synoniemen. “Een vinkje zetten achter VCA maakt het werken niet veiliger. Met SWB is er voor onze leerlingen een passende oplossing voorhanden. Jammer is dat bij gemeenten niet altijd het besef doordringt dat voor deze doelgroep SWB een passende methode is. Ze doorzien denk ik onvoldoende de consequenties van de regels die ze opleggen. We praten in de samenleving nu veel over laaggeletterdheid en de positie van laaggeletterden. Als je VCA verplicht blijft stellen als je als bedrijf voor de gemeente wilt werken, realiseer je dan als gemeente dat je voor bepaalde groepen die op afstand staan van de arbeidsmarkt drempelverhogend bezig bent. Je sluit dan eigenlijk mensen uit. En dat terwijl er echt een alternatief is. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.”